Wilders wordt aangevallen omdat hij het heeft over D66 rechters en zelfs over een nep parlement en een nep democratie. Hierdoor wordt door Wilders de rechtstaat ondermijnt en is Wilders dus slecht en moet hij bij voorkeur gecancelled worden.

Dat rechters D66 rechters zouden zijn zal nooit te bewijzen zijn en is daarom een foute uitspraak. Dat het parlement nep zou zijn en zelfs de democratie nep zou zijn is inderdaad zeer schadelijk maar in plaats van Wilders te cancellen zou er beter gekeken kunnen worden wat met een nep parlement nu precies wordt bedoeld. Wat Wilders bedoelt is dat het parlement geen afspiegeling is van de maatschappij. De kiezer wordt niet 1 op 1 vertegenwoordigd. Dit is een grondbeginsel van de democratie. Hiervoor is de D66 zelfs opgericht maar dit in een ander stuk.

De vraag is dus: vertegenwoordigd het parlement de kiezer?

Hieronder volgt het antwoord op deze vraag uit een stuk wat integraal is overgenomen uit Dagblad Trouw (11 januari 2025) Hoe de nieuwe zuil van hoogopgeleiden polarisatie in de hand werkt van Jona de Jong.

Korte samenvatting: de auteur cq onderzoeker stelt vast dat er een nieuwe zuil is ontstaan van hoogopgeleide mensen. Uit het eigen proefschrift van de auteur blijkt dat zo’n 80 procent van de Nederlandse hogeropgeleiden vooral hogeropgeleide vrienden, partners en familie heeft. Net als vroeger bij arbeiders versterkt die isolatie de politieke voorkeuren: hoe meer hogeropgeleiden zich omringen met andere hogeropgeleiden, hoe progressiever ze denken en stemmen. Deze mensen zichzelf beschrijven als open-minded, kosmopolitisch, milieubewust en sociaal inclusief. ‘Mensen die helemaal niet op jou lijken’ werden beschreven als conservatief, intolerant, xenofoob en bekrompen. aldus het onderzoek, aldus onderzoek uit Zurich.

vervreemding van de centrumlinkse partijen

Centrumlinkse partijen zoals de PvdA, die zich van oudsher vooral richtten op economische onderwerpen, moesten zich aanpassen aan de nieuwe situatie, waarin een groot deel van hun potentiële achterban het wilde hebben over culturele onderwerpen. Het werden langzaamaan partijen voor hogeropgeleiden. Natuurlijk proberen progressieve partijen nog wel eens actief achter lageropgeleide kiezers aan te gaan, maar de krampachtigheid waarmee dit gebeurt is illustratief voor de sociale afstand tot deze groep. Zo bracht GroenLinks ooit een ‘ode’ aan buschauffeurs en zorgmedewerkers en vindt D66 dat het mbo ‘meer gewaardeerd moet worden’. Die uitgesproken waardering vertaalt zich echter niet in een kritische herziening van de globalisering die verantwoordelijk is voor de lage waardering van praktisch werk. De Nederlandse vrachtwagen chauffeur moet namelijk concurreren met zijn Roemeense collega.

Zeker sinds een paar jaar is het voor de beginnende middenklasse onmogelijk een huis te vinden. Dit zijn de leraren, politie agenten en de supermarkt medewerkers. In de VS is het dan ook heel normaal dubbele banen te hebben en zelf 3 banen en dan is het nog steeds niet genoeg om de rekeningen te kunnen betalen. Het mag duidelijk zijn dat het bestaande systeem steeds minder voor deze groep werkt. Probleem (en oorzaak) is echter dat de lager opgeleiden en tegewoordig zelfs ook de middenklasse sterk ondervertegenwoordigd is in de Nederlandse (en Europese) instituties. Dit is de reden dat Wilders het parlement een ‘nep parlement’ noemt.

kloof lager opgeleiden met de hoger opgeleiden

Hoewel de lageropgeleiden er materieel iets op vooruit zijn gegaan, is het contrast met hogeropgeleiden gegroeid. Daarnaast hebben de lageropgeleiden in de kenniseconomie ingeboet aan status, aan de zekerheid van een vaste baan en een stabiel inkomen en aan goede publieke voorzieningen. Bovendien worden ze slecht vertegenwoordigd door instituties, experts, overheidsinstellingen en politici die overwegend bestaan uit hogeropgeleiden. Overheidsbeleid weerspiegelt de wensen van hogeropgeleiden veel sterker dan de wensen van lageropgeleiden.

Om zichzelf in een positief daglicht te stellen te midden van statusverlies en onzekerheid, begonnen lageropgeleiden zich sterker te identificeren met hun nationale identiteit, bijvoorbeeld als ‘hardwerkende Nederlander’. In het eerdergenoemde Zwitserse onderzoek beschrijven ze zichzelf daarnaast als ‘nuchter’ of ‘gewoon’. Het is niet verwonderlijk dat radicaal-rechtse taal over ‘de Nederlander weer op één’ of ‘America first’ goed valt bij deze groep.

het bestuur/de elite is overwegend hogeropgeleid en progressief en links

Conclusie: Uit meerdere degelijke onderzoeken blijkt dat het bestuur overwegend hogeropgeleid is. Tegelijkertijd blijkt dat hogeropgeleiden progressief en links. Dit kunnen ze ook zijn omdat zij de groep zijn die profiteren van de huidige economie. De lageropgeleiden ondervinden meer (economische) onzekerheid waardoor deze zich niet vertegenwoordigd voelen door de bestuurlijke elite. Daarom is het gerechtvaardigd te spreken van een linkse bestuurlijke elite. Omdat bestaande partijen deze lageropgeleiden steeds minder vertegenwoordigen en laten liggen hebben alternatieve partijen zoals de PVV een voedingsbodem om te groeien.

De auteur Jona de Jong

De auteur Jona de Jong (1992) is socioloog en politicoloog. Hij is als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2024 op een proefschrift getiteld Duurzame scheidslijnen? Sociale relaties en de verankering van politieke polarisatie. Voor zijn promotie aan het Europees Universitair Instituut in Florence verbleef hij anderhalf jaar in Boston en New York om polarisatie in de Verenigde Staten te onderzoeken.